De Tour en lekker eten in Frankrijk


Prachtig om tijdens de tour die mooie landschappen kastelen en bijzondere gebouwen voorbij te zien komen. Dat maakt het wielrennen voor mij een stuk aantrekkelijker. Terwijl ik daar naar keek schoot me ineens een leuk stukje te binnen wat een in Frankrijk wonende oude vriend zaliger eens heeft geschreven over het lekker eten in La Douce France. Dat wil ik jullie niet onthouden bij deze dus.

-0-0-0-0-0-0-0-0-0

Tête de veau (kalfskop)
Ze zeggen dat de Fransen lekkerbekken zijn en dat ze van elk stukje vlees iets bijzonders kunnen maken. De Fransman is niet kieskeurig wat de onderdelen van een koe, kalf of varken ook mogen zijn. Alles is te eten, en dat doen ze dan ook. Een beetje van dit, een beetje van dat, wat kruiden, een speciaal sausje, een mooi garneerinkje en hupsakee daar verdwijnt het spul in de mond van de Fransman. Zo eten de Fransen met veel genoegen tripes (maag), hart, hersens en ‘last but not least’ tête de veau. Op marktdagen in Bresse is het een aloude traditie tête de veau te eten. Alle restaurantjes in de marktstadjes hebben dit ‘vlees’ op het menu du jour staan.
Tijdens onze regelmatige bezoeken aan Frankrijk’s grootste plattelandsmarkt hier in Louhans, hebben wij elke keer met een zekere mate van afkeer gekeken, als we weer zo’n restaurant naderden: “Zullen we of zullen we niet? Nee nu niet, een andere keer. Je moet het toch een keer meemaken. Je leeft in Frankrijk of niet!”
Echter, afgelopen week na een bezoek aan de markt in Bletterans (net over de grens in Franche-Comté) passeerden we net buiten de stad een aardig landelijk restaurantje met een zonnig terras. Kom, effe een menuutje du jour pakken met een glaasje wijn. Een alleraardigste restauranthoudster met een surcharge ponderale (aanzienlijk overgewicht) meldde met een allerliefste glimlach dat het menu bestond uit een salade, een vleesgerecht, kaasplank, dessert, koffie en een karaf wijn voor het gigantische bedrag van 12 Euro. Op mijn vraag wat het vleesgerecht was, begon ze te stralen: naar keuze een poulet of………tête de veau. Madeleine, met haar gigantische voorhoede (du monde au balcon) voelde een lichte huivering door mij heen gaan bij het horen van de laatste vleessoort. Moederlijk kwam ze dicht bij me staan en verklaarde dat tête de veau een delicatesse zonder weerga was, waarbij ze een zuigende beweging op haar vingers maakte. Ze was zo overtuigend dat ik instemde met het gerecht, waar ik onmiddellijk al weer spijt van had, maar ja je laat je toch niet kennen bij zo’n enorme brok genegenheid. Madeleine beloofde me dat als ik het echt niet zou lusten, zij mij alsnog een pouletje zou brengen, maar ze verwachtte niet dat dat nodig zou zijn!

De salade was geweldig en met m’n eerste glas wijn voelde ik me alweer wat meer op m’n gemak. Het zal best smaken! Die Fransen zijn toch niet gek! Het terras had zich inmiddels nagenoeg gevuld met een doorsnee van de Franse bevolking, toen het prachtig goudgele pouletje voor Sara mijn echtgenote werd geserveerd. Toch een beetje jaloers wachtte ik mijn ‘delicatesse’ af. En daar kwam enorme Madeleine met een bord ondefinieerbare grijze lillende glibberige lappen vel met een soort zuignappen en koelribben, gegarneerd met twee aardappeltjes en een paar stukjes groenten. Met veel liefde zette ze het bord voor me neer en wenste mij heel smakelijk eten. Sara keek met grenzeloos afgrijzen naar mijn substantie en keek gauw een andere kant uit, terwijl de aanblik mij bijna de maag deed omkeren. Maar ja je bent een vent of niet. Ik begon met een stukje aardappel en een worteltje en keek zo van: nou, dat valt best mee! Daar kon ik het echter niet bij laten. Ik nam een flinke slok wijn en zette mijn tanden in een stuk grijze dampende drel dat ik met een nog grotere slok probeerde weg te werken. Oh God, wat en rampzalige dag. Hoe heb ik ooit…….Ik lachte als een boer wiens gehele gebit aan vervanging toe was, toen Madeleine, over me heen hangend, me moed insprak en beloofde gauw nog een stukje rood vlees, de wang van het arme kalf te gaan halen, het toppunt van culinair genot. De overige gasten op het terras keken besmuikt lachend in mijn richting (moed toelachen of leedvermaak?), waarna ze zelf verheerlijkt hun dampende vellen naar binnen slurpten.

Ik zal niet verder uitweiden over dit vleesgerecht. Het was verschrikkelijk. Geen karaf wijn kon me helpen om meer dan een kwart van deze zooi naar binnen te krijgen. In totale verwarring, en door God en iedereen verlaten keek ik om me heen. Sara keek me bemoedigend en trots aan: “Doorzetten, jongen!” en bracht een kostelijk stuk kippenvlees naar haar mond.Gelukkig kreeg Madeleine snel in de gaten dat het op tafeltje 12 niet goed ging. Ze kwam, legde haar enorme arm om mijn schouder, zei dat het de eerst keer nooit meteen smakelijk was, nam het bord weg en verving het door het meest goddelijke pouletje dat ik ooit gezien, gevoeld en geproefd heb. Ik heb Madeleine omhelst en haar de hemel beloofd .
Het moraal van dit verhaal. Laat je nooit verleiden door aardige vrouwelijke mastodonten. Eet nooit tête de veau. Nee, je hoeft het niet een keer geprobeerd te hebben. Heb ik al voor je gedaan. Neem ook geen tripes, hart of hersens. Laat dat maar over aan die gekke Fransen.

Buurman Claude, 1.60 hoog, ongeveer dezelfde breedte en 110 kilo zwaar, keek mij meewarig aan toen ik hem relaas deed. Wat een barbaren, die Hollandais, die weten echt niet wat lekker is. Ik steeg toch weer een beetje in zijn achting toen ik verklaarde ris (zwezerik), rognon (niertjes) en foie (lever) erg lekker te vinden.
Het hielp een beetje. Maar toen ik hem duidelijk maakte dat rauwe haring voor mij de grootste traktatie was, viel hij amechtig achterover waarbij hij zijn glas Clarette de Die omstootte en uitriep: “Les Hollandais, du poisson cru (rauwe vis), répugnant (walgelijk).

Ik denk dat het nooit meer echt goed komt tussen Claude en mij.

0-0-0-0-0-0

Ook al eens zo’n eet ervaring meegemaakt?  We lezen het hier graag!

Een reactie

  • Gerrit Goosen

    In Frankrijk eet ik alles wat de Fransen ook eten.
    Soms is het even doorbijten en daarna is het heerlijk.
    Je moet er alleen niet teveel bij nadenken, want dan lust je niets meer.
    Foie gras eet ik uit principe niet maar ik moet eerlijk bekennen dat ik al 2 keer toch ben bezweken en het dus wel heb gegeten.
    Het is heerlijk, alleen hoe ze die beesten behandelen is verschrikkelijk. De laatste keer dat ik het at vertelde men mij dat dit van goed behandelde ganzen kwam en wie ben ik dan om het niet te eten.
    Rognon, niertjes, daar ben ik gek op Soms ruikt het nog naar pis en daar moet je je dan even overheen zetten.
    Ik eet dus graag in Frankrijk, laat meestal mijn hersens thuis, en geniet.
    Bij een bezoek aan de hallen in Parijs heb ik gezien wat de Fransen zoal nog meer eten. Snuiten van varkens, allerhande kleine vogeltjes, varkensoren.etc.
    Varkensoortjes eet ik wel regelmatig , maar dan in Spanje. In goede Tapasbars hebben ze varkensoortjes. Het is heerlijk alleen maken die Spanjaarden het wel erg vet.
    Zo heeft elk land wel iets wat wij niet kennen en dus niet willen eten.. Ik zeg; stap er over heen en probeer het. Meestal valt het reuze mee.

    Gerrit.

Laat een antwoord achter aan Gerrit Goosen Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *